Er zijn zeven manieren om de uitkoop van een aandeelhouder te regelen:
-
Statuten
In de statuten staat een procedure beschreven (“de blokkeringsregeling”) hoe de verkoop van aandelen tussen aandeelhouders moet verlopen. De prijs van de aandelen wordt meestal door één of meerdere deskundigen vastgesteld. Het probleem is dat aandeelhouders deze procedure doorgaans niet kennen. Het waren “standaard” passages in de statuten bij de oprichting waar meestal niemand aandacht aan gaf. Statutaire regelingen zijn doorgaans rigide en complex met veel formaliteiten en krappe tijdslijnen.
-
Informele onderhandelingen
Aandeelhouders proberen daarom liever zonder formele procedure tot een prijs te komen. Maar meestal zijn de onderlinge verhoudingen al zo verstoord dat deze onderhandelingen vrijwel kansloos zijn. Iedereen is boos op elkaar, verwijten vliegen over tafel en hoogoplopende emoties staan een normaal gesprek in de weg. Het grootste struikelblok is hierbij de waardebepaling van aandelen.
Als informele onderhandelingen geen optie meer zijn kan zakelijke mediation een uitkomst bieden.
-
Aandeelhoudersovereenkomst
Een aandeelhoudersovereenkomst regelt de koop en verkoop van aandelen tussen aandeelhouders. Er staan afspraken in over hoe lang een aandeelhouder de aandelen moet houden (“lock up”) en onder welke omstandigheden een aandeelhouder moet verkopen (“good en bad leaver regeling”). Ook wordt de prijs van de aandelen bij de verkoop vastgelegd in een formule of in een procedure met een waarderingsdeskundige.
Sommige afspraken kunnen in tegenspraak zijn met de statuten van de vennootschap. In dat geval hebben de statuten “voorrang” omdat de statuten openbaar zijn en en de aandeelhoudersovereenkomst niet.
-
Gerechtelijke procedure
Als de verhoudingen ernstig verstoord zijn en je komt er onderling niet meer uit, dan kan een gerechtelijke procedure zoals de Geschillenregeling bij de Rechtbank of een procedure bij de Ondernemingskamer uitkomst bieden. Voorbeelden van juridische procedures zijn de regeling voor uitstoting (artikel 2: 336 BW of uittreding (artikel 2: 343 BW) van een aandeelhouder en de uitkoopregeling voor 5% minderheidsaandeelhouders (artikel 2: 335-343c BW).
-
Minnelijke regeling
Als de aandeelhouders-bestuurders vanwege hun ruzie geen besluiten samen meer willen nemen dan moet er worden ingegrepen. De continuïteit van de onderneming is in gevaar.
De aandeelhouders kunnen zelf een tijdelijk bestuurder aanstellen met doorslaggevende stem zodat er weer belangrijke besluiten kunnen worden genomen. Ook de Ondernemingskamer kan een tijdelijk bestuurder benoemen. Zo’n tijdelijk bestuurder moet proberen de aandeelhouders met elkaar te verzoenen dan wel een uitkoop van één van hen te onderzoeken. Dit heet een minnelijke regeling.
Een tijdelijke bestuurder is meestal een zeer ervaren bestuurder, een (oud-)advocaat of een interimmanager. De kosten van een tijdelijk bestuurder kunnen hoog oplopen.
-
Zakelijke Mediation
De beste oplossing bij ruzie tussen aandeelhouders is zakelijke mediation. Hierbij proberen partijen onder leiding van een onafhankelijke gespreksleider tot een oplossing te komen. De mediator is deskundig en onpartijdig. Mediation is vertrouwelijk, alles mag worden besproken maar niets mag zonder toestemming buiten de deelnemers worden gedeeld. Er is pas een geldige overeenkomst als iedereen heeft getekend. Tot die tijd mag elke partij met voorstellen komen.
Het voordeel van zakelijke mediation is dat je zelf de regie hebt en dat je niet op een uitspraak van een deskundige of rechter hoeft te wachten. Het enige nadeel is dat je bereid moet zijn om samen aan tafel te gaan. Als er geen commitment is dan is er ook geen mediation.
-
Bindend Besluit
Als de prijs van de aandelen het enige punt van verschil is kunnen aandeelhouders besluiten om een externe waarderingsdeskundige aan te stellen. Vervolgens spreken ze af om zich te binden aan de uitkomsten van het waarderingsrapport. Het waarderingsrapport krijgt dan de status van een vaststellingsovereenkomst (art 7:900 BW). De deskundige moet informatie bij beide partijen ophalen en verwerken (“hoor en wederhoor”).
Het probleem is dat er altijd discussie zal blijven tussen koper en verkoper over de prijs, ook al is deze door een deskundige berekend. Er is altijd iemand ontevreden maar je bent aan de uitkomst gehouden. Tenzij er in het rapport grove fouten staan is de prijs bindend.